“Een vreemd dorp. Er is zoveel water in dit dorp dat er geen plaats meer is voor straten.” Dat zei dirigent Altena in de film Fanfare uit 1958. Je zou het niet verwachten, maar na Turks Fruit is dit nog steeds de best bezochte Nederlandse bioscoopfilm aller tijden. De film gaat over twee rivaliserende fanfares die regelmatig met elkaar in de clinch liggen, maar uiteindelijk toch een harmonieus geheel gaan vormen. Rustiger dan ooit Het idyllische Giethoorn fungeerde als decor en werd dankzij deze film zo beroemd dat het jaarlijks enorme drommen toeristen trekt. Reisjournalist Sander Groen bracht voor de Volkskrant eerder alle filmlocaties in beeld. Op zijn persoonlijke website lees je zijn verhaal. Stap ook Café Fanfare (Binnenpad 68) binnen, waar nog het vaandel hangt van Kunst en Vriendschap, de fanfare uit het fictieve filmdorp Lagerwiede. En kies daarna een plekje op het terras aan het water. Overigens voert deze fietsvakantie je ook naar de waterrijke Weerribben.
‘Niet zeuren over de koffie, we worden allemaal oud en slap.’ Voor wijze levenslessen wip je het piepkleine Enkhuizer Almanak Museum binnen (Havenweg 1). De lessen staan op verschillende kaarten (ook te koop) in het voorportaal. Wat verderop kom je te weten hoe je een schip door een flessenhals loodst. Het Flessenscheepjesmuseum (Zuiderspui 1) heeft de grootste collectie flessenscheepjes ter wereld. Maar de meest fascinerende attractie van VOC-stad Enkhuizen is het Zuiderzeemuseum, een reconstructie van een oud Zuiderzeestadje. Verkoelend uitwaaien Enkhuizen is een van de vele stadjes rond de voormalige Zuiderzee. Tijdens deze waterrijke trektocht begin je in Huizen, doe je Muiden en Amsterdam aan en fiets je door de polders - langs nieuwsgierige koeien en luidruchtige steltlopers - naar Volendam, Edam, Enkhuizen en per boot - heerlijk verkoelend uitwaaien - naar het Friese Stavoren en Hindeloopen. Dan volgen Giethoorn nog en Kampen. En langs de randmeren fiets je via Elburg (stadsrechten in 13e eeuw, stadsmuren) en de authentieke vissersdorpen Nunspeet en Spakenburg terug naar Huizen.
“It giet oan”, riepen de meeste schaatsliefhebbers hoopvol in februari. Maar voordat het ultieme schaatsfestijn van Nederland door kon gaan, zette de dooi al in. Schaatsliefhebber of niet, ook zonder ijs kun je de elf steden aandoen. Als het kwik stijgt zelfs warm aanbevolen. Je fietst immers voortdurend langs verkoelende slootjes en meren. Idyllische dorpen, romantische dorpskernen Workum, Bolsward, Sneek, Sloten, Stavoren… In vier dagen tijd fiets je langs vaarten, over bruggetjes en door idyllische dorpen en stadjes als Balk en Hindeloopen. Deze laatste heeft al sinds de 13e eeuw stadsrechten en is een van de elf steden. Al die stadjes grossieren in monumentale panden met prachtige trap- en halsgevels. Stal je fiets even tegen een gevel en geniet van een ijsje op een bankje bij een gracht of waterkant.
Overstromingen, dijkdoorbraken… al eeuwen strijden de Nederlanders tegen het water. Maar soms is dat water ook een welkome bondgenoot. In 1672 - het Rampjaar waarin ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos was’ - rukten Franse soldaten op. Door een brede strook land onder water te zetten, konden de Hollanders de Franse bezetters op veilige afstand houden. Een laagje van zo’n veertig centimeter was al voldoende: te diep voor man en paard. Langs forten en vestigen Dat paard is nu je fiets. En de moeizame paden van toen zijn nu heerlijke gladde fietspaden die je van Weesp via de slingerende Vecht naar Utrecht, Wijk bij Duurstede en Gorinchem voeren. Uiteraard ook langs tal van indrukwekkende forten, vestingen en batterijen. En niets of niemand die je tegenhoudt. Kies je voor de zesdaagse variant, dan fiets je via Noorden en de Nieuwkoopse Plassen weer terug naar Weesp.
Een rivier volgen van bron tot monding is alsof je een pasgeboren spruit met de dag ziet groeien, van baby tot volwassene. Fietsend langs de Maas is dat niet anders, alhoewel je tijdens deze tocht slechts een deel van die groei meemaakt. Zeker als je fietst van het Franse Sedan, via België naar het Nederlandse Maastricht. Fietsroutes langs rivieren zijn populair, ook deze. Je fietst vaak lekker vlak en dat maakt het extra ontspannen. In Frankrijk beleef je het mooie gedeelte dat bekend staat als de Voie Verte Trans-Ardennes. En in België stap je ook zeker af in Luik, Namen en Dinant met z’n hooggelegen citadel (wees gerust: je kunt met een gondel naar boven). Of bij een van die vele fraaie kasteeltjes en buitenhuizen. Mooiste van Europa Je kunt de tocht ook in Maastricht beginnen. Via grotendeels gemarkeerde fietspaden volg je de meanderende rivier. Soms met uitzicht op de wijngaarden, dan weer op het glooiend landschap. En zo nu en dan ook met hoge en steile hellingen en rotswanden vlak naast je. Eerder werd deze fietsroute uitgeroepen als de mooiste van Europa.