Terwijl we aan het ontbijt nog een eitje tikken, ratelt een ander stel naast ons in één adem door. Nadat ze hoorden dat wij fietsend de Donau tot aan Wenen gaan volgen, volgt de ene tip na de andere. “Wij hebben de rivier al zeven keer gedaan”, roepen ze in koor. “Het is immer geradeaus.” Mooi, eitje dus. En dat blijkt al vrijwel direct als we op het zadel stappen.
Als een wals zwieren we langs de slingerende rivier, die overigens niet zo blauw is als Strauss ons doet geloven. Bij het mooie Passau, de laatste Duitse stad aan deze rivier, voegen de rivieren Inn en Ilz zich bij de Donau. De één is groen, de ander bruin. Met die twee kleuren ontstaat er niet echt een schönen Blaue. Maar aan romantiek zeker geen gebrek. Nadat we een stoere burcht passeren, duiken we dorpen in waar de geraniums weelderig in de bloembakken groeien, en waar hotels met namen als ‘Gasthof Jägerwirt’ betaalbare reuzenschnitzels serveren. Maar daarvoor is het nog veel te vroeg. En die eitjes moeten we er ook nog af fietsen.
Oostenrijk dient zich aan. Een pontje zet ons over bij Engelszell. Fraai is er de kleine dorpskerk die z’n deuren gewoon heeft openstaan. Maar indrukwekkender is het barokke Stift, iets verderop. Het is het enige trappistenklooster in Oostenrijk. De monniken brouwen hier echter geen bier, maar allerhande sterke drankjes, zoals een heerlijke advocaat. Maar ook die laten we links liggen. Eh… staan. De Donau roept. Routebordjes wijzen ons de weg, de zon schijnt en met een lekker briesje vliegen we langs de rivier. Verderop voert een fietspad ons onderlangs een hoge rotswand vol schaduwrijke bomen. De Donau heeft zich diep ingesleten in het graniet. Aan de overkant zien we pastelkleurige dorpen die zich als een snoepketting aaneenrijgen. Hier en daar priemt een kerk met z’n karakteristieke uientoren de hemel in. In zo’n volgend dorp zetten we toch weer eens de fiets tegen de gevel. Met de fietsvakantie ‘Langzame Donauradweg’ hebben we immers volop de tijd om onderweg van alles te ontdekken.
Dat vlakke fietspad aan weerskanten van de rivier maakt het heerlijk trappen. Zo nadert Wenen aangenaam snel. Als we tenminste niet in elk dorp stoppen. Maar regelmatig dwingt de sublieme baroksfeer ons om nog een keer de fiets te stallen. In Grein bijvoorbeeld. Het stadsplein toont een baroktheater uit 1790 en een ‘Rathaus’ uit 1562. De gebouwen zijn zo oud dat de houtwormen keizerin Sissi wellicht nog recht in het verwaterde gezicht hebben gekeken. Hier leed de mooiste vorstin van Europa namelijk schipbreuk. Bij Grein begint het traject waar vroeger elke schipper voor vreesde, de Strudengau. Struden verwijst naar Strudel, dat draaikolk betekent. Na langs een klip te zijn gescheerd, strandde hier het schip van de keizerin. Einde van een mooie boottocht. Maar goed, de doorweekte Sissi had al wel de prachtige Stift van Melk gezien.
Het klooster van Melk imponeert inderdaad. Studenten spelen op een piano tussen de terrassen in het dorp. Dat verhoogt de sfeer al meteen. Nadat we de straatjes omhoog geklommen zijn, wacht een overdaad aan pracht en praal. Grote binnenplaatsen voeren ons naar een barokke abdij met gouden beelden en een werkelijk schitterende kapel. Ook de natuur hier gooit hoge ogen. Iets verderop begint de Wachau, het mooiste stuk van de Donau en door Unesco zelfs uitgeroepen als erfgoed van de mensheid. De fietstrajecten lijken hier nog romantischer dan elders. De dorpen lijken er nog authentieker en de burchten nog stoerder. De glooiende wijngaarden hier brengen de beste wijnen van Oostenrijk voort, zoals de beroemde Grüner Veltliner. Fietsend door de dorpen komen we geregeld uithangborden met ‘Heurige’ tegen. Voor de deur, in de smalle straatjes, hangt de geur van alcohol. Even opsnuiven en doorfietsen. Dat wijntje komt vanavond wel.
De volgende dag. Met gemende gevoelens beginnen we onze laatste etappe. Jammer dat de tocht straks ten einde loopt, maar ook leuk om het mooie Wenen te zien. Een man in Lederhose haalt ons in, wij hem weer, en hij weer ons. Na akkers met tarwe en geel koolzaad bereiken we de stad van Sissi, Strauss en Sachertorte. Wenen grossiert in zoveel hoogtepunten dat we nauwelijks een keuze kunnen maken. In elk geval het prachtige Belvedère. En de twintig meter hoge barokke Pronkzaal, de indrukwekkende bibliotheek van het keizerlijke Hofburg-complex. Het is een van de mooiste historische bibliotheekzalen ter wereld. En we ploffen ook nog neer in het beroemde en authentieke koffiehuis Café Central. De taartjes zijn er ware kunstwerkjes. Maar we houden het eenvoudig. “Doet u ons maar een Apfelstrudel.”
Langzame DonauradwegDe meest favoriete fietsroute van Europa loopt over voormalige jaagpaden. Hierover stampten ooit zo’n zestig werkpaden voort om één schip tegen de stroom in te trekken. De kinderkopjes maakten in de jaren tachtig plaats voor heerlijk asfalt. De route van het Duitse Passau naar Wenen loopt aan beide kanten van de rivier en is zo’n 325 km lang. De prima routebeschrijving geeft aan waar het verkeer minder druk is, of zelfs autoluw. Met bruggen en pontjes kun je zo de stille etappes opzoeken. Eigen-Wijze Reizen biedt maar liefst zeven fietsvakanties lang de Donau aan.