“Wènag dinge zèn zeikâh innut leivûh, maar in Den Haag is bij vrijwel elke bezienswaardigheid wel een koffiehuis in de buurt. Meestal een houten keet met een naam als Het Hoekie of De Boshut, waar je vanaf het ochtendgloren terecht kunt voor een goed gesprek over de waan van de dag. En dat bij een broodje bal of een kop filterkoffie voor een euro - een bakkie pleuâh.” Op je tocht door de stad denk je wellicht aan wat reisjournalist Sander Groen eerder in de Volkskrant schreef. En ja, die koffieketen zijn er nog. Maar veel van die ‘tentjes’ kregen een andere bestemming en werden bloemenstal, viskraam, notenbar of ijskiosk. In de lijst met rijksmonumenten Op zich is de kiosk niet uniek voor Den Haag, ook steden als Rotterdam en Amsterdam kennen ze. Maar daar vind je ze vooral in het centrum, in Den Haag zijn ze over de hele stad verspreid. En dat maakt de Hofstad een waar kioskenwalhalla. Je komt ze dan ook overal tegen. Dat begon deze ochtend al in het centrum. Op het Buitenhof staat misschien wel het mooiste exemplaar: de kiosk van Berlage uit 1924. Samen met Piet Zwart (bekend van de Bruynzeel keuken) realiseerde H.P. Berlage het tijdloze ontwerp. De kiosk moest een monument voor het plein worden. En dat werd het ook. Vanwege zijn architectonische en cultuurhistorische waarde is het een van de weinige kiosken die zijn opgenomen in de lijst met rijksmonumenten.
Net een drive-through Op het plein daarnaast, de Plaats, staat nog zo’n fraai exemplaar: koffiehuis Vienna. In het begin van de jaren negentig schreef de gemeente Den Haag een prijsvraag uit voor het ontwerp van een uniforme stijl voor de Haagse kiosken. Vienna werd het prototype, maar een standaard is er nooit van gekomen. “Gelukkig maar, anders had ik hier mijn creativiteit niet de vrije loop kunnen geven”, zegt Esther van den Bos van Pompke. Op de Pompstationsweg, zowat pal naast de Scheveningse gevangenis, staat haar kiosk er al sinds mensenheugenis. Ruim vier jaar geleden nam zij het vervallen koffiehuis over en transformeerde het in een eigentijdse ontmoetingsplek voor buurtbewoners en passanten. En die er komen voor onder meer cappuccino en zelfgebakken appeltaart. “We bakken elke dag vers, vaak drie taarten tegelijk. En boterkoek op hele platen. Het lijkt soms net een drive-through. Mensen stoppen met de auto voor een paar punten en gaan weer door”, lacht ze.
Harinkkie happuh Zaten klanten voorheen nog binnen, nu niet meer. “Vanwege de corona bedachten we een uitgifteloket, waarbij we al het bestelde in een kratje zetten. Mensen kunnen dan buiten, tussen de planten, zelf een leuk plekje zoeken. De ruimte binnen gebruiken we nu als grote keuken.” Dat plekje kan een soort strandstoel zijn of meubels die aan een derde of zelfs vierde leven toe zijn. De moeder en tante van Esther kregen wol in bepaalde keuren en haakten er kleden en vlaggetjes van. “Het lijkt een beetje rommelig, maar er zit wel een idee achter.” Lekker eigentijds dus. Maar je hoort het de echte Hagenezen al zeggen: “Wè gelauve ut wel met die hippe koffietèntjes. Doe ons maah un bakkie pleuâh in ‘t koffiehùis. Of lekkuh un harinkkie happuh ân de viskraam. Ut beis hangend aan de staagt, en zondâh uitjes, zauas ut hogt.”
Leny mag blijven Zo’n onvervalst koffiehuis, met houten bankjes en kanten gordijntjes, is Koffiehuis Leny aan de Treilerdwarsweg in Scheveningen. De laatst overgebleven bedrijfspandjes uit het ooit rommelige havengebied maakten er plaats voor luxe appartementen. De nieuwe eigenaren zien de houten keet van Leny het liefst vertrekken, maar de koffietent mag blijven. En binnen aan de stamtafel worden de kaarten geschud voor weer een nieuw potje klaverjassen. En un harinkkie? Daarvoor kun je uiteraard ook in Scheveningen terecht: bij één van de vier moderne kiosken aan de boulevard. Ik besluit echter nog even te wachten en voor dat broodje Hollandse Nieuwe pas verderop bij Kijkduin mijn fiets te stallen. Bos en duin Al met al kom je deze dag bijna dertig kiosken tegen, met recht een tocht door de kioskenhemel. En daarbij laat de Hofstad ook z’n vele gezichten zien. Vanuit de binnenstad met z’n herenhuizen en paleizen fiets je door parken en stadsbossen, stip je het hoger gelegen chique wijkje Van Stolkpark aan, neem je de levendige boulevard en haven van Scheveningen mee en stop je af en toe bij een vintage winkel in de Weimarstraat. Dan verder via de gewilde Bomenbuurt naar de nog populairdere Vogelwijk. Daar waar het nu voor velen onbetaalbaar is, wilde vlak na de oorlog niemand wonen. Als Sperrgebiet achter de duinen was de buurt door de Duitsers volledig ontruimd. Na vijf oorlogsjaren was de Vogelwijk volledig overwoekerd en waren veel huizen - soms als paardenstal gebruikt - compleet uitgewoond.
(1) De Hofvijver met uitzicht op het Binnenhof > (2) Paleis Lange Voorhout, nu Museum Esscher (info: escherinhetpaleis.nl) > (3) Begraafplaats Sint Petrus Banden (Kerkhoflaan, bijna on-Nederlands mooie begraafplaats) > (4) Nationaal Museum Oranjehotel (aan achterzijde van Scheveningse Gevangenis de ingang, info: oranjehotel.nl) > (5) het Kurhaus Hotel > (6) Kunstmuseum Den Haag (info: kunstmuseum.nl) > (7) Strandpaviljoen De Kwartel (bij KP 23 even rechtdoor richting strand) of Beachclub Birds (bij KP 3 naar het strand) > (8) kiosk Gelateria Donna (Vlierboomstraat).
Van sultantuin tot straat Via de duinen keer je weer terug richting de binnenstad. Onder meer via het oude centrum van Rijswijk en ook weer langs een paar kleiner kiosken. Wat nu zo’n klein, vaak vrijstaand, verkooppunt is, was ooit een tuinhuis - in het Perzisch ‘kusk’. In Turkije werd de kiosk voor de sultan een paviljoen in een weelderige tuin waar hij zich kon ontspannen en bezinnen. Vanaf circa 1850 verhuisde de kiosk van de privétuin naar het openbare park, en vervolgens naar de straat waar het weer een ‘tentje’ werd. Sommige staan er al heel erg lang. Zoals bloemenkiosk Au Petit Pont. Zoveel gladiolen als je kunt dragen “Eerder stond ik schuin aan de overkant van de Mauritskade, bij de brug naar de Frederikstraat, maar toen de straat werd uitgebreid voor twee richtingverkeer en een fietspad was de stoep te smal voor de eerdere houten kiosk. Op deze hoek sta ik nu alweer 31 van de 51 jaar dat ik de kiosk run”, zegt Jan Geerlof. “Het succes? Altijd verse bloemen aanbieden die ik nog steeds zelf op de veiling koop, dus zonder tussenkomst van een groothandel. Ludieke acties helpen ook, zoals eerder: voor € 7,50 zoveel gladiolen meenemen als je kunt dragen. Dat haalde de krant wel, en zelfs een filmpje in de toestellen van de KLM. De naam zal niet iedereen kennen, maar de bloemenkiosk aan de Mauritskade is voor heel Den Haag een begrip. Zelfs Juliana kwam hier ooit stiekem een sigaretje roken.”
Lang succesvol zijn, daar kunnen Henny en Arthur Endlich ook over meepraten. Al 38 jaar runnen zij D.M.’s Notenkiosk aan de Goudsbloemlaan, pal tegen de Vogelwijk aan. “We hadden aanvankelijk ook vaste notenzaken verderop, maar ik wilde het uiteindelijk klein houden”, zegt Arthur. “De winkels hebben we afgestoten, de kiosk bleef. In het begin verkochten we ook nog drop en chocola, maar we kregen daarmee klanten die we eigenlijk niet wilden. We waren met onze noten gericht op vegetariërs, voor wie we toen elke dag vers brandden. Dat doen we nog steeds, en dat gaat onze dochter Deborah Melanie - vandaar D.M. - ook doen als ze binnenkort de notenshop geleidelijk van ons overneemt.” Als het dus aan Henny en Arthur ligt, blijft de kiosk nog wel enige tijd voor levendigheid in het straatbeeld zorgen. En dat zal elders in de Haagse kioskenhemel niet anders zijn.
Extra dagje Den Haag inlassen? Bel of mail ons en we helpen je graag.Tel: 053 - 430 34 35 (vanuit buiten Nederland: 0031 53 430 34 35). Mail: info@eigenwijzereizen.nl